Nederlands (Nederland) English (United Kingdom)

Gebitsslijtage

Gebitsslijtage

Gebitsslijtage ontstaat door verlies van tandweefsel door oorzaken anders dan cariës (gaatjes, tandbederf). Het komt bij iedereen voor en is in de loop van de tijd bij iedereen waarneembaar. Soms verloopt de slijtage echter sneller dan normaal. De tanden en kiezen worden dan steeds korter.

Het korter worden van tanden en/of kiezen kan nadelige consequenties hebben voor het hele gebit. De korte tanden beïnvloeden negatief de esthetiek en functie van het gebit. Daarnaast kan gevoeligheid ontstaan bij de gebitselementen door het ontbreken van de beschermende glazuurlaag. Bij vergevorderde slijtage kan zelfs kiespijn ontstaan door ontsteking/afsterven van de zenuw in de holte van de kies.

Er zijn verschillende oorzaken voor de slijtage van uw gebit. De belangrijkste zijn tandenknarsen, tanderosie (zuur tast het tandweefsel aan) en veelvuldig kauwen op harde voorwerpen.

Bij beperkt weefselverlies helpt je tandarts om verdere slijtage te voorkomen. Hij/zij geeft informatie over alle oorzakelijke factoren en het individuele risico voor de toekomst, adviezen over het voorkomen van tanderosie en slechte poetsgewoontes. Het reeds verloren weefsel kan aangevuld worden met restauratiemateriaal en er kan een beschermplaat gemaakt worden.

U kunt uw gebitsslijtage zelf verminderen door de onderstaande tips ter harte te nemen.

             Poets uw tanden niet te hard en gebruik een zachte tandenborstel.

             Gebruik een niet-schurende tandpasta om uw gebit te poetsen.

             Beperk inname van zure voedingsmiddelen en dranken om tanderosie te verminderen.

             Drink na het eten van zure producten water of melk om het zuur te neutraliseren.

             Wacht nadat u gegeten heeft minimaal een uur met tandenpoetsen.

             Probeer de gewoontes die slijtage veroorzaken af te leren, zoals kauwen op harde voorwerpen en tandenknarsen.